Denken voelen doen

In vaktherapie, beeldende therapie, is de functionele driekhoek; denken-voelen-doen een basis. Denken, voelen en doen staan onlosmakelijk met elkaar in verbinding. Iemand wiens leven in balans is, zal een redelijk evenwicht hebben tussen de drie polen. Mensen die problemen hebben, zitten vaak gevangen in denkpatronen, of verliezen zich in gevoelens of in een activiteit. Het is de kunst om dan meer in balans te komen. Beeldende therapie biedt een extra dimensie doordat denken, voelen en doen onderdeel zijn deze ervaringsgerichte behandelvorm. Het ervaren, beleven, confronteerd en maakt bewust. Nieuw gedrag verankert. 

 

Denken

In het beeldend werken wordt het denken zichtbaar in de vaardigheden, ontwikkelingsniveau, ruimtelijk inzicht en fantasie. de concrete zichtbare en tastbare beelden die in beeldende therpie gemaakt worden, kunnen bijdragen aan het vermogen om in het hier-en-nu te zijn.

 

Voelen

In beeldende therapie kan het begrip voelen op verschillende manieren benaderd worden.

- Tastzin. Het aanraken van materialen waarbij de sensomotoriek aangesproken wordt, is een manier van voelen waarbij het om directe waarneming gaat.

- Lijfelijke beleving. Beweging kan uiteenlopende ervaringen opleveren, varierend van het gevoel van "er zijn" tot "plezier, "kracht", "vermoeidheid", etc.

- Emoties; blijdschap, pijn, angst, verdriet zijn gevoelens die een lichamelijke eravring met zich meebrengen.

 

Doen

De manier waarop een client bezig is, toont als snel of iemand innerlijke rust heeft. In extreme gevallen zijn mensen bijzonder onrustig of juist bijzinder passief. Tijdens beeldende therapie wordt al snel duidelijk wat de voorkeuren en de weerstanden zijn van een persoon. het is de kunst van de beeldend therapeut om materialen en technieken aan te bioeden waardoor een client tot actie komt, meer rust kan vinden, zich kan uitleven, etc. Alles gerelateerd aan de persoonlijke doelen van de client. (Bron: Handboek voor Beeldende Therapie, Uit de verf. Celine Schweizer).